De spijsvertering in vogelvlucht!
Ik neem je mee in Jip en Janneke taal…..
De spijsvertering
Om alles een beetje helder en duidelijk uit te leggen neem ik je mee op vogelvlucht door de spijsvertering. Kort en simpel.
De spijsvertering begint al in je mond. Zodra je een hap voeding neemt maken je speekselklieren onmiddellijk speeksel aan. Via het speeksel komen er enzymen vrij die worden toegevoegd aan je hap. Door het kauwen vermengen die zich met de voeding en bereiden het voor om via je slokdarm naar de maag te gaan.
Kauwen is dus van groot belang. Rustig eten, heel goed kauwen. Dit scheelt je al een hoop ellende!
Via je slokdarm wordt de voeding naar je maag gebracht. Hier wordt het voedsel gekneed en er worden spijsvertering enzymen en maagsap aan toegevoegd. Het maagsap wordt door de maag gemaakt en zorgt o.a. voor dat eventuele bacteriën gedood worden. De maag geeft na een paar uur steeds kleine porties door aan de dunne darm.
De dunne darm bestaat uit 3 delen.
In het eerste deel, de twaalfvingerige darm wordt het voedsel vermengd met spijsverteringsenzymen en galvloeistof. De spijsverteringsenzymen worden gemaakt door de alvleesklier en door de dunne darm zelf. Galvloeistof komt van de galblaas en wordt door de lever gemaakt.
De spijsverteringsenzymen en de galvloeistof zorgen er samen voor dat de verschillende bestanddelen van de voeding zoals: vetten, koolhydraten, eiwitten, vitaminen en mineralen, door de dunne darm kunnen worden opgenomen. Daarna worden de voedingsstoffen via de lymfe en het bloed naar de lever gebracht.
De opname van het grootste deel van alle voedingsstoffen gebeurt in de nuchtere darm , het tweede deel van de dunne darm. In de kronkeldarm het derde deel van de dunne darm wordt vooral de B12 opgenomen.
De dunne darm heeft een oppervlakte van een voetbalveld. Alle ruimte dus om alle stoffen die we nodig hebben op te nemen. Dit gedeelte is dus van groot belang. Hier vind de opname van voedingstoffen plaats en de afgifte van rest stoffen worden hier terug gebracht.
De onverteerbare resten die we niet gebruiken, samen met de gifstoffen die vanuit de lever komen verlaten ons lichaam via de dikke darm. In de dikke darm is een meter lang. Hier worden vocht en zouten onttrokken aan de ontlasting die worden opgenomen door het bloed.
In de dikke darm komen grote hoeveelheden darmbacteriën voor. Dit noemen we de darmflora. Een gezonde darmflora kan de groei van schadelijke bacteriën in de darm verhinderen. De darmflora zorgt voor gisting en rotting van de darminhoud, waarbij stoffen vrijkomen die de bewegingen van de dikke darm stimuleren.
De darmflora is van belang voor de aanmaak van vitamine K, dat via het slijmvlies van de dikke darm wordt opgenomen in het bloed. Vitamine K speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling.
De ontlasting die het lichaam uit gaat, bestaat uit onverteerbare stoffen, bacteriën, dode darmwandcellen, galkleurstof, slijm en een kleine hoeveelheid water en zouten. Per dag wordt gemiddeld 100 tot 150 gram ontlasting geproduceerd.
De lever is een belangrijk orgaan. De lever ligt rechtsboven in de buikholte, naast de maag. Voedingsstoffen die vrijkomen bij de spijsvertering, worden met het bloed naar de lever getransporteerd. Voedingstoffen worden hier bewerkt en omgezet in bouwstoffen of in energie. De lever haalt gifstoffen uit je bloed. De lever maakt schadelijke stoffen onschadelijk en voert deze af via de urine of de ontlasting.
Daarnaast maakt de lever galvloeistof (gal), die nodig is voor de vertering van vetten. De lever heeft een groot herstellend vermogen.
De galblaas is een klein orgaan en heeft een opslag functie. Galvloeistof wordt in de lever gemaakt. Via de galwegen wordt het naar de galblaas gebracht. Daar wordt de galvloeistof iets ingedikt. Als we vet eten, gaat er via de hersenen een seintje naar de galblaas. De galblaas trekt dan samen en geeft de galvloeistof af aan de dunne darm. Door deze vloeistof verteren de vetten beter.
Als je galblaas verwijderd is, blijft de lever galvloeistof maken. Via de galwegen komt de galvloeistof direct in de dunne darm. Dit gebeurt de hele dag door, in kleine hoeveelheden. Je kunt daarom goed leven zonder galblaas.
Als laatste noem ik de alvleesklier. De alvleesklier ligt achterin de bovenbuik, achter de twaalfvingerige darm en de maag. Hij heeft twee functies. Hij maakt alvleesklier sap die spijsverteringsenzymen bevatten. Deze zijn nodig om suikers, eiwitten en vetten te verteren. Bovendien maakt hij 2 hormonen aan die een belangrijke rol spelen bij het regelen van de bloedsuiker spiegel. Te weten insuline en glucagon.
Zo perfect!
Je lichaam werkt perfect. Zeker als je dit zo leest. Waarom dan toch de een DetoxQueen ontgiftingskuur doen? Lees verder in Waarom detoxen